Een regelmatige oogcontrole is belangrijk voor de gezondheid van je ogen én om je zicht te beschermen. Maar hoe gaat dit onderzoek nu eigenlijk in zijn werk en wat controleert de oogarts?
De oogarts zal een controle uitvoeren van je zicht en eventuele brilcorrectie. Het onderzoek begint daarom meestal met een automatische meting van de sterkte van je ogen door middel van een zogenaamde autorefractor (het toestel waarin je fixeert op een voorwerp in de verte, vaak een luchtballon). Nadien wordt deze sterkte nauwkeurig gecontroleerd door middel pasglaasjes in een pasmontuur of een foropter (een toestel waarin de pasglaasjes verwerkt zitten). Neem steeds je (oude) brillen mee als je op onderzoek gaat. De sterkte kan dan ook worden nagekeken.
Daarnaast wordt de oogdruk gemeten. Dit gebeurt meestal met een luchtpufje dat kort in het oog wordt geblazen. Het oog wordt ook grondig bekeken met behulp van de microscoop: zowel de voorzijde van het oog (oogleden, hoornvlies, lens…), als de binnenzijde van het oog (glasvocht, netvlies). Indien nodig kunnen er nog extra onderzoeken worden uitgevoerd.
Op deze manier kunnen verschillende oogaandoeningen worden opgespoord waaronder cataract, maculadegeneratie en glaucoom. Bij glaucoom kan er na verloop van tijd schade optreden aan de oogzenuw ten gevolge van een verhoogde oogdruk. Dit kan op termijn ook het zicht schaden. Het is belangrijk dat deze aandoening tijdig wordt opgespoord en behandeld, zeker aangezien deze in het beginstadium vaak nog geen symptomen veroorzaakt die worden opgemerkt door de patiënt. Verschillende algemene aandoeningen zoals diabetes en arteriële hypertensie kunnen ook een impact hebben op het oog en het zicht. Een gedetailleerd oogonderzoek kan dus ook een vroege indicator zijn van deze aandoeningen.
Houd je ogen gezond en laat ze dus regelmatig controleren!