Ooglaserbehandelingen zijn veilig en de complicaties zijn zeldzaam. Zoals bij elke chirurgische ingreep zijn er echter complicaties mogelijk. Hieronder hebben we enkele mogelijke complicaties opgesomd:
- Over- of ondercorrecties: Dit is een meest voorkomende complicatie. Over- of ondercorrecties kunnen bijna altijd verbeterd worden met een bril of contactlenzen of er kan een bijbehandeling uitgevoerd worden met de laser.
- Een ooginfectie en verlittekening van de cornea: Dit kan leiden tot een blijvend verminderd zicht.
- Problemen met corneaflap (femto-LASIK): Een verschuiving of slechte genezing van de flap komt in zeldzame gevallen voor. Dat komst bijvoorbeeld door het wrijven in de ogen in de weken na de ingreep.
- Halo’s (lichtkransen) en glare (schitteringen): Deze klachten verdwijnen meestal binnen de 3 maanden na de behandeling.
- Corneale ectasie: Dit betekent dat het hoornvlies te dun/zwak wordt na de behandeling, maar dat komt zelden voor na het uitvoeren na een grondig vooronderzoek.
- Droog gevoel aan de ogen: De eerste 3 tot 6 maanden na de behandeling komt het vaak voor dat men last heeft van droge ogen. Voldoende druppelen met kunsttranen is dan belangrijk. In uitzonderlijke gevallen kunnen droge ogen ook blijven bestaan en zal er een blijvende behoefte zijn voor het gebruik van kunsttranen.
- Slecht visueel resultaat: Wanneer de laser niet goed gecentreerd werd of wanneer de behandeling onregelmatig verliep, kan dit leiden tot een slechter visueel resultaat.
Bron: https://oogheelkunde.mumc.nl/complicaties-en-bijverschijnselen